Meng de bloem, suiker en een snufje zout in een kom. Voeg de koude roomboter toe en wrijf deze met je vingers door de bloem tot er een kruimelig mengsel ontstaat.
Maak een kuiltje in het midden en voeg de eidooiers en de azijn toe. Kneed het tot een samenhangend deeg. Voeg meer vloeistof toe als het deeg te droog is. Het deeg moet soepel zijn, maar niet plakkerig.
Wikkel het deeg in plasticfolie en laat het minimaal 1 uur rusten in de koelkast.
Rol het deeg dun uit (ongeveer 2-3 mm) en snijd het in cirkels van ongeveer 10 cm. Wikkel de deegcirkels om de cannolivormpjes. Zorg ervoor dat de randen goed vastzitten door ze lichtjes met het eiwit te bevochtigen.
Verhit de olie in een pan tot ongeveer 180°C. Frituur de deegrollen goudbruin en knapperig in ongeveer 2-3 minuten. Laat ze uitlekken op keukenpapier en verwijder voorzichtig de vormpjes terwijl het deeg nog warm is.
Snijd de vanillepeul doormidden en schraap de vanillezaadjes er uit. (TIP! de lege stokjes kun je een pot met suiker stoppen zodat je je eigen vanillesuiker maakt!)
Doe de mascarpone in een kom en voeg de poedersuiker, sinaasappelrasp en vanillezaadjes toe. Meng alles goed door elkaar tot een gladde, romige vulling.
Schep de mascarponevulling in een spuitzak en vul de afgekoelde cannolibuizen.
Bestuif de gevulde cannoli met poedersuiker voor een feestelijke uitstraling en serveer direct.