Stap 1: Droge en natte ingrediënten apart mengen
Begin met het zeven van de bloem in een grote kom. Voeg de suiker, bakpoeder en een snufje zout toe en meng dit door elkaar.
In een andere kom, klop je het ei los en voeg je de melk, gesmolten boter en vanille-extract toe. Roer dit goed door.
Stap 2: Het beslag samenstellen
Giet de natte ingrediënten bij de droge ingrediënten. Roer het beslag voorzichtig door met een garde of spatel, maar roer niet te veel. Het beslag mag best wat klontjes bevatten. Te lang roeren maakt de pancakes minder luchtig.
Laat het beslag 5 minuten rusten. Dit helpt het bakpoeder om te activeren en zorgt ervoor dat je pancakes extra luchtig worden.
Stap 3: Bakken van de pancakes
Verhit een beetje boter in een koekenpan op middelhoog vuur.
Gebruik een kleine soeplepel of maatbeker om het beslag in de pan te gieten. Zorg ervoor dat je kleine hoopjes maakt, zodat de pancakes dik kunnen blijven.
Bak de pancake ongeveer 2-3 minuten aan de eerste kant, totdat er bubbels verschijnen op de bovenkant en de randen droog beginnen te worden. Draai de pancake dan om en bak nog 1-2 minuten aan de andere kant.
Herhaal dit proces met de rest van het beslag.
Stap 4: Serveren Serveer de pancakes direct, gestapeld met boter en een flinke scheut ahornsiroop. Je kunt ook vers fruit, chocolade of zelfs een beetje room toevoegen.