Verwarm de oven voor op 180 °C en smeer de springvorm in en leg in het onderste gedeelte bakpapier (18 cm).
Klop de eieren met de suiker in 7–10 minuten tot een dikke, schuimige massa.
Zeef de bloem, vanillepoeder en zout. Spatel dit luchtig door het beslag.
Giet in de vorm en bak 30–35 minuten. Laat volledig afkoelen voordat je de taart doorsnijdt.
Klop de slagroom lobbig (bijna stijf, maar nog net niet).
Mix de kokosnootspread erdoor en voeg het zakje klopfix toe voor extra stevigheid.
Spatel vervolgens voorzichtig de mascarpone erdoor. Je krijgt een romige, stabiele vulling die perfect werkt voor taartlagen.
Snijd de afgekoelde biscuit in twee lagen. En laat een half uur goed afkoelen.
Leg de tweede laag erop en bestrijk de hele taart met de rest van de room. Ook de zijkanten!
Strooi er geraspte kokos overheen voor die typische Raffaello-look.
Decoreer met Raffaello balletjes bovenop – strak in een cirkel of speels verdeeld.