Het deeg maken

Een goede rijstevlaai begint bij een perfect deeg. Meng de bloem, suiker en gist in een kom. Voeg de lauwwarme melk, gesmolten boter en het ei toe en kneed dit tot een soepel deeg. Dek het deeg af met een vochtige doek en laat het ongeveer 60 minuten rijzen op een warme plek.

De rijstvulling bereiden

De vulling is het hart van de rijstevlaai en zorgt voor die romige, lichtzoete smaak. Breng de melk aan de kook en voeg de rijst toe. Laat de rijst op laag vuur zachtjes koken terwijl je regelmatig roert. Voeg de suiker en vanillesuiker toe en laat het geheel pruttelen tot de rijst een dikke, romige pap wordt. Haal de pan van het vuur en roer de boter erdoor. Laat het mengsel een beetje afkoelen en meng dan de eidooier en het ei erdoor, zodat de vulling mooi bindt.

De vlaai bakken

Verwarm de oven voor op 180°C. Rol het deeg uit en bekleed een ingevette vlaaivorm. Giet de rijstvulling op het deeg en strijk het glad. Plaats de vlaai in de oven en bak deze in 25-30 minuten goudbruin. Laat de vlaai volledig afkoelen voordat je verdergaat met de afwerking.

De afwerking

Wat de rijstevlaai helemaal afmaakt, is de luchtige slagroom en de decoratieve topping. Klop de slagroom met de suiker stijf en verdeel deze over de afgekoelde vlaai. Garneer naar wens met chocoladekrullen of een lichte bestuiving van poedersuiker voor een extra feestelijk effect.