Snijd de paddenstoelen fijn en bak ze in een koekenpan met een beetje boter tot ze goudbruin en zacht zijn. Voeg de sjalot, knoflook en bosuitjes toe en bak nog 2 minuten mee.
Smelt de resterende boter in een pan, voeg de bloem toe en roer goed door. Laat dit 2-3 minuten garen tot je een roux hebt.
Voeg de warme rundvleesbouillon beetje bij beetje toe aan de roux en blijf goed roeren tot je een gladde saus hebt.
Voeg de gebakken paddenstoelen, tijm, peterselie, zout en peper toe aan de saus. Laat het mengsel afkoelen en opstijven in de koelkast (minimaal 2 uur, maar het liefst een hele nacht).
Neem kleine porties van de afgekoelde ragout en rol deze tot balletjes van ongeveer 3 cm.
Klop de eieren los in een kom en doe het gekruide paneermeel in een tweede kom.
Haal de balletjes eerst door het paneermeel dan door het ei en daarna door het paneermeel en weer door het ei. Voor een extra krokante korst kun je dit proces herhalen (extra dubbel paneren).
Verhit de olie tot 180°C en bak de bitterballen in kleine porties goudbruin (ongeveer 4-5 minuten).
Bespray de bitterballen met een beetje olie en bak ze 10 minuten op 200°C.
Verwarm de oven voor op 220°C, leg de bitterballen op een bakplaat bekleed met bakpapier en bak ze 15-20 minuten tot ze goudbruin zijn.