Meng de bloem en poedersuiker in een kom.

Voeg de koude boter toe en wrijf dit met je vingers door de bloem tot het mengsel lijkt op broodkruimels.

Voeg de eidooier en het koude water toe en kneed kort tot een samenhangend deeg. Wikkel het deeg in plasticfolie en laat het 30 minuten rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 180°C.

Rol het deeg uit tot een dikte van ongeveer 3 mm en bekleed kleine taartvormpjes ermee. Prik gaatjes in de bodem met een vork.

Bak de taartbodems 10-12 minuten blind door ze te vullen met bakpapier en bakbonen. Verwijder daarna de bakbonen en bak nog 5 minuten tot ze goudbruin zijn. Laat afkoelen.

Klop de eieren los in een hittebestendige kom.

Voeg het citroensap, de suiker en de citroenrasp toe.

Verwarm de kom au bain-marie (boven een pan met zacht kokend water) en blijf constant roeren met een garde.

Voeg de boterblokjes toe en blijf roeren tot de lemoncurd dikker wordt. Dit duurt ongeveer 8-10 minuten.

Haal de kom van het vuur en laat de lemoncurd afkoelen. Bedek met plasticfolie om velvorming te voorkomen.

Klop de eiwitten stijf in een vetvrije kom.

Voeg geleidelijk de suiker toe, telkens een eetlepel, terwijl je blijft mixen.

Voeg de maizena en het citroensap toe en klop tot je stevige, glanzende pieken hebt.

Vul de afgekoelde taartbodems met een flinke lepel lemoncurd.

Spuit of lepel de meringue bovenop de lemoncurd.

Gebruik een keukenbrander om de meringue licht te bruinen, of plaats de taartjes kort onder de grill (houd dit goed in de gaten).