Meng de bloem en het zout in een kom. Voeg beetje bij beetje het koude water toe en kneed kort tot een deegbal. Wikkel het in plasticfolie en leg het 30 minuten in de koelkast.

Een goede deegschraper helpt om het deeg netjes bij elkaar te houden zonder te veel te kneden.

Snijd de koude boter in dunne plakjes. Leg ze op bakpapier in een vierkante vorm van ongeveer 15 x 15 cm. Dek af met bakpapier en rol uit tot een egale laag. Laat de boter 15 minuten in de koelkast liggen.

Bestuif je werkblad met een beetje bloem. Rol het deeg uit tot een rechthoek die twee keer zo groot is als je boterlap. Leg de boter in het midden en vouw het deeg eroverheen.

Rol het deeg voorzichtig uit tot een lange rechthoek en vouw het in drieën, zoals een brief. Dit heet een toer. Draai het deeg een kwartslag en herhaal het uitrollen en vouwen nog vijf keer.

Tussen de keren door moet het deeg steeds 30 minuten in de koelkast rusten. Dit zorgt voor mooie laagjes.