Dag 1: Meng 50 gram bloem en 50 gram water in een glazen pot. Roer goed door en dek losjes af met een deksel of doek. Zet het op een warme plek (20-25°C).
Dag 2-5: Voeg elke dag 50 gram bloem en 50 gram water toe. Roer goed door en let op bubbels en een frisse geur – dit betekent dat je starter actief wordt.
Dag 6: Je starter zou nu luchtig en bubbelig moeten zijn. Test hem door een theelepel starter in een glas water te laten vallen. Als het drijft, is je starter klaar voor gebruik!
Nu je starter klaar is, kun je je eerste desembrood maken.
Meng bloem en water in een grote kom. Laat dit 30 minuten rusten (autolyse).
Voeg je starter toe en kneed het deeg een paar minuten.
Voeg zout toe en kneed nog even door.
Laat het deeg rijzen bij kamertemperatuur (4-6 uur) of in de koelkast (overnacht). Rek en vouw het deeg elk uur om lucht en structuur op te bouwen.
Zodra het deeg in volume is verdubbeld, is het klaar om te vormen.
Vorm het deeg voorzichtig tot een bal of ovale vorm. Gebruik hiervoor een rijsmandje of leg het op een bakplaat.
Laat het deeg nog 1-2 uur rijzen.
Verwarm de oven voor op 230°C. Als je een gietijzeren pan gebruikt, laat deze dan mee voorverwarmen.
Snijd het deeg in met een scherp mes om stoom vrij te laten.
Bak het brood 20 minuten met deksel (of met stoom in de oven) en nog eens 20-25 minuten zonder deksel.